Niet iedereen is in de coronacrisis uit de financiële problemen geholpen door eerdere steunmaatregelen. Daarom wordt er nu hard gewerkt aan een nieuwe regeling, genaamd Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK). Bij de regeling ligt de focus op het ondersteunen van huishoudens die een onverwachte en/of onvermijdbare terugval in inkomsten maken en in ernstige financiële problemen dreigen te komen. Naar verwachting is de uitwerking van TONK op 1 maart gereed, echter zullen de meeste gemeenten nog niet klaar zijn om de regeling op dat moment uit te voeren. Daarnaast gaat de TONK met terugwerkende kracht gelden van 1 januari tot en met 30 juni 2021.
Waarom is de TONK-regeling in het leven geroepen?
Door de huidige coronacrisis en de daartoe leidende economische crisis zijn er huishoudens die te maken hebben met een onvermijdbare en/of onvoorziene terugval in hun inkomen. Dit zorgt ervoor dat huishoudens hun noodzakelijke kosten niet meer kunnen betalen. Denk bijvoorbeeld aan huishoudens waarbij één of beide partners hun baan zijn verloren en ook met een uitkering te veel terugvallen in inkomsten. Of zzp’ers en flexwerkers die door de coronacrisis geen of minder opdrachten binnen krijgen of plotseling minder worden opgeroepen om te werken.
Voor welke kosten geldt de regeling?
De focus ligt vanzelfsprekend op de noodzakelijke kosten, maar er wordt focus gelegd op de woonkosten. Dit is voor vrijwel ieder huishouden de grootste kostenpost. Door een tegemoetkoming in woonkosten kan er een groot verschil gemaakt worden voor huishoudens die financiële nood verkeren door de economische crisis. Naast de woonkosten wordt er ook gekeken naar andere noodzakelijke kosten binnen het huishouden.
Wie is verantwoordelijk voor de TONK-regeling?
De regeling wordt door gemeenten uitgevoerd en zijn dan ook de verantwoordelijken. De middelen voor TONK worden via twee fases aan het gemeentefonds beschikbaar gesteld. Het betreft een bedrag van 130 miljoen. TONK is een tijdelijke ondersteuning die via het bestaande instrument van bijzondere bijstand wordt gebruikt. De uitvoering van de regeling ligt dan ook bij de gemeenten, waarbij ze een eigen beleidsruimte hebben. Dit betekent dat de mogelijkheden per gemeenten kunnen verschillen.
Hoe verloopt een aanvraag?
Bij een aanvraag volgt vanzelfsprekend als eerste de beoordeling: Is er binnen het huishouden sprake van onvermijdbare of onverwachte terugval van het inkomen? Vervolgens wordt er gekeken naar verhouding tussen inkomen en draagkracht. Dit betreft de verhouding tussen het inkomen en het vermogen van huishoudens plus de noodzakelijke kosten, waarbij het actuele inkomen het uitgangspunt is. Bij het inkomen wordt er enkel gekeken naar het vermogen waar het huishouden direct beschikking tot heeft.