In het coalitieakkoord ‘omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst’ is opgenomen dat wetten beoordeeld moeten worden op eenvoud, menselijke maat en waar nodig moeten die verbeterd worden. Het vorige kabinet is op basis van ontstane zorgen gestart met een traject tot verbetering van de Participatiewet.
Rapport juni 2022
In het rapport ‘Participatiewet in balans’ zijn de uitkomsten van een zeer uitgebreide analyse beschreven. Het kabinet wil die balans herstellen. In de nota van de Minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen van 21 juni 2022* beschrijft de Minister een beleidsanalyse met betrekking tot de Participatiewet uit balans. Binnen die analyse zijn drie elementen onder de loep genomen:
a) het (naar vermogen) ondersteunen van mensen richting arbeid,
b) het garanderen van een basaal inkomen indien via arbeid of anderszins onvoldoende inkomen kan worden gegenereerd,
c) de controle op de aan de rechten verbonden verplichtingen met als sluitstuk de handhaving.
De in het traject opgehaalde knelpunten strekken zich uit over de volle breedte van de uitvoering van de Participatiewet. De Minister geeft aan de Kamer in het najaar nader te informeren over het in te zetten wetstraject.
Kamerbrief 28 november
Op 28 november** informeert de Minister de Kamer over de uitgewerkte maatregelen Participatiewet in balans. De Minister beschrijft daarin een samenhangend pakket aan maatregelen om de professional meer ruimte te geven, werken en participatie naast de uitkering te stimuleren en de uitkeringsgerechtigde meer zekerheid te geven. Vereenvoudiging, uitvoerbaarheid, vertrouwen wederkerigheid en de menselijke maat zijn hierbij kernwoorden.
De Minister beschrijft maatregelen om werken meer lonend te maken door bijvoorbeeld de verschillende vrijlatingsregelingen in de Participatiewet te harmoniseren. Die worden daardoor voor de burger beter te begrijpen en voor de professional eenvoudiger in te zetten. Die vrijlatingen zullen dan ook gaan gelden voor jongeren tot 27 jaar in tegenstelling tot de huidige praktijk. Ook wordt onderzocht of het mogelijk is om inkomsten automatisch met de uitkering te verrekenen.
De Minister wil de aanvraagprocedure voor een uitkering eenvoudiger maken. Zo moet het mogelijk worden om personen die door arbeid tijdelijk bijstandsonafhankelijk zijn geweest sneller en eenvoudiger weer een uitkering te verstrekken.
De Minister gaat in op de ontvangsten van giften en incidentele hobbymatige verkoop. Naar aanleiding van de commotie die ontstond na de boodschappenaffaire in Wijdemeren hebben veel gemeenten inmiddels beleid gemaakt hoe om te gaan met giften.
De Participatiewet kent zowel rechten als plichten maar de vraag is of er nog voldoende oog is voor de situatie van betrokkenen op dit punt. De Minister pleit hier voor meer maatwerk.
Speciale aandacht is nodig voor jongeren in de bijstand. Ook het rapport van de nationale ombudsman ‘watertrappelen in de bijstand’*** vraagt aandacht voor deze groep.
Verdere uitwerking in wetsvoorstel
De plannen van de Minister moeten nu uitgewerkt worden in een wetsvoorstel dat verder de parlementaire weg nog moet gaan. Invoering is niet eerder voorzien dan 1 juli 2024.
De FNV heeft al laten weten dat de Minister niet ver genoeg gaat met de herziening van de Participatie- wet. Het tempo van de aanpassingen moet omhoog. De vakbond vindt bovendien dat de verplichte tegenprestatie afgeschaft moet worden net als de vierweken zoekperiode voor jongeren en de kostendelersnorm.
Breed offensief voor de arbeidsmarkt
Parallel aan deze hele operatie speelt nog het ‘breed offensief voor de arbeidsmarkt’****. Het wetsvoorstel is aangenomen door de Tweede Kamer en ligt nu ter behandeling in de Eerste Kamer en wordt naar verwachting voor het Kerstreces aangenomen. In de Participatiewet zullen een aantal wijzigingen komen, sommige op 1 januari 2023 en andere per 1 juli 2023.
Wijzigingen Participatiewet per 1 januari en 1 juli 2023
Op 1 januari 2023 wordt de kostendelersregeling aangepast. De leeftijd voor kostendelen gaat van 21 naar 27 jaar. Deze kostendelersnorm wordt gewijzigd voor alle wetten waarin deze van toepassing is. Het komt erop neer dat een persoon jonger dan 27 jaar zelf wel kostendeler is (en blijft), maar bij de anderen niet meegeteld wordt als kostendeler. Dat heeft tot gevolg dat alle uitkeringen waar rekening gehouden wordt met medebewoners die jonger zijn dan 27 jaar, opnieuw moeten worden beoordeeld. En dat daar waar wijzigingen optreden nieuwe beschikkingen moeten worden gemaakt. Dat betekent veel voor de uitvoering die nu al vaak overbelast is.
Naast de bestaande vrijlatingen die ongewijzigd blijven, komt er een nieuwe vrijlating voor mensen die met behulp van een loonkostensubsidie aan het werk zijn. De loonkostensubsidie is een subsidie aan de werkgever die iemand in dienst heeft die niet is staat is om het minimumloon te verdienen. De gemeente vergoedt het verschil tussen het minimumloon en de “loonwaarde” van betrokkene. (De loonwaarde is de waarde van het werk wat betrokkene kan leveren in verhouding tot wat normaal van toepassing is). Deze vrijlating bedraagt 15% van het loon van betrokkene, en geldt gedurende 1 jaar, met de mogelijkheid tot verlening voor onbepaalde tijd.
Daarnaast moeten de vrijlatingen voor zo ver dat niet is gebeurd, worden aangepast aan de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 24 augustus 2021. Dit houdt in dat wanneer er inkomsten boven de bijstandsnorm zijn, de vrijlating ook moet worden toegepast (dat werd voorheen niet gedaan).
Ook in 2023 wordt er een energietoeslag toegekend aan minima. Deze energietoeslag bedraagt € 1.300,-. Hierbij geldt dat het inkomen op 1 januari 2023 onder het minimuminkomen moet vallen. Landelijk geldt hiervoor de norm van 120% van het bijstandsniveau, maar gemeenten kunnen een eigen norm hanteren. De gebruikte normen liggen tussen de 110% en 150%.
De overige maatregelen waaronder afschaffen van de zoektijd voor kwetsbare jongeren, ondersteuning bij werkaanvaarding en een aantal technische aanpassingen loonkostensubsidie gaan per 1 juli 2023 in werking treden.
De rol van de professional
De nieuwe plannen van de Minister vragen veel van de professionals. De Minister gaat in 2023 in gesprek met de beroepsgroep door o.a. het organiseren van bijeenkomsten.
Maatwerk is een groot goed en vraagt veel van de professional op het gebeid van kennis en vaardigheden. In de trainingen van de Wyzer academie besteden we veel aandacht aan deze facetten. Wij volgen de ontwikkelingen op de voet en werken met docenten die niet alleen verstand van wet- en regelgeving hebben maar ook weten wat er speelt in het werkveld van de professional.
Graag dragen wij aan een kwalitatieve en stevige uitvoering die door al deze maatregelen niet uit balans raakt. Ook de professional heeft recht op bijstand.
* Kenmerk 2022-0000138323
** Kenmerk 2022-0000251417
*** Kenmerk 2022/183 d.d. 14-11-2022
**** Kenmerk Kamerstuk 35 394