1. In dialoog met het kind
Het lijkt misschien een open deur, maar in de praktijk zien we dat het er vaak bij inschiet: een een-op-eengesprek tussen jeugdhulpverlener en kind. Taco’s advies is heel simpel: doe het altijd. Bij peuters zal je dan wellicht vooral het gedrag observeren. Kleuters kunnen vaak al goed genoeg praten om ze zelf aan het woord te laten over een situatie. Daar zijn verschillende methodes voor, zoals:
- Teken je boodschap: bij sommige kinderen werken tekeningen beter dan taal;
- The Immediate Story: een methode waarbij je zo duidelijk mogelijk aan een kind uitlegt wat er gaat gebeuren;
- De drie huizen methodiek van Signs of Safety, gericht op (mogelijke) kindermishandeling;
- Een levensdomeinen-interview, waarmee je de zelfredzaamheid van jongeren in kaart kunt brengen.
De ervaring leert dat de uitkomst van zo’n gesprek best verrassend kan zijn. Zo kun je tegenkomen dat een kind (nog) niet weer bij de ouders wil gaan wonen. Terwijl dat misschien wel de aanname was.
2. Bij gesprekken over scheiding: foto erbij
Ook bij complexe echtscheidingen zijn er manieren om het kind centraal te stellen. Ben je als hulpverlener bezig met ouderschapsbemiddeling bij een scheiding, dan voer je de gesprekken met de ouders. Een manier om het kind tóch een beetje aanwezig te laten zijn bij zulke bijeenkomsten, is het neerzetten van een foto van het kind. Dan weten alle partijen weer even voor wie ze het doen. Als professional kun je af en toe naar de foto wijzen en vragen: “Wat zou jullie kind hiervan vinden?”
3. Stel kritische vragen aan andere betrokken partijen
Diezelfde vraag (‘wat zou het kind ervan vinden’) zouden jeugdprofessionals eigenlijk ook meer aan elkaar mogen stellen. Zo kun je als jeugdconsulent best aan een zorgaanbieder vragen of die het kind wel gesproken heeft. En hoe het kind naar de situatie kijkt. Bovendien is het soms discutabel of de aangevraagde zorg, bijvoorbeeld op verwijzing van de huisarts, wel de juiste is. Als alle betrokken partijen elkaar kritische vragen blijven stellen, zorgen we samen dat het kind weer gehoord wordt.