‘Door écht naar mensen te luisteren, maak je het verschil’

Docent Bert Schoneveld (74) gaat binnenkort met pensioen. Hij is maar liefst 52 jaar actief geweest in het Sociaal Domein – met name op het gebied van Werk en Inkomen – waarvan 30 jaar ook als docent. Hij blikt terug op de belangrijkste ontwikkelingen binnen zijn vakgebied en zijn periode bij Wyzer (voorheen Langhenkel) dat dit jaar eveneens 30 jaar bestaat. En hoe ziet hij de toekomst van Wyzer Academie en zijn eigen toekomst? Kan hij zijn vakgebied wel loslaten?

Bert was 22 jaar oud toen hij in het Sociaal Domein begon en is zijn hele werkende leven op dit terrein actief gebleven. Na zijn studie begon hij als arbeidstherapeut in een psychiatrisch ziekenhuis en stapte daarna over naar de gemeente Oegstgeest, waar hij aan de slag ging als bijstandsmaatschappelijk werker. Enkele jaren later werd hij hoofd buitendienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de gemeente Nieuwerkerk aan den IJssel, waarna hij bijna 36 jaar werkte voor de Inspectie Werk en Inkomen. Zijn laatste functie was die van senior inspecteur bij het Ministerie van Sociale Zaken, waarna hij in juli 2016 met pensioen ging. In de jaren erna bleef hij echter nog wel enkele dagen in de week als docent actief. Officieel tot eind dit jaar, maar inmiddels is al duidelijk dat er ook in 2025 nog genoeg voor hem te doen zal zijn.

Dacht jij altijd al: ik wil docent worden?

“Zeker niet. Ik kom uit een onderwijsfamilie, dus als je jong bent zet je je daar juist tegen af. Maar uiteindelijk ben ik toch in de voetsporen van mijn familie getreden.”

Hoe is dat zo gekomen?

“Toen ik bij de Inspectie werkte, werd ik soms door gemeenten gevraagd om les te komen geven. Dat kwam omdat ik bekend stond als ‘de inspecteur zonder rood potlood’. Wat ze daarmee bedoelden is, dat ik als inspecteur hen niet alleen op de fouten wees en onterecht uitgekeerde subsidies terugvorderde, maar dat ik bij die gemeenten langsging om uit te leggen wat er fout was gegaan en liet zien hoe dat beter kon. Zodoende ben ik steeds meer les gaan geven.”

 

“Ik stond bekend als ‘de inspecteur
zonder rood potlood’. Ik wees hen niet
alleen op de fouten, maar liet ook
zien hoe dat beter kon.”

 

 

“Dit was Jan Langhenkel, die net voor zichzelf was begonnen, ter ore gekomen. In 1992 vroeg hij mij of ik mensen die net bij hem in dienst waren getreden op wilde leiden tot consulent. Dit werd gefinancierd door het Arbeidsbureau. Dat heb ik een paar jaar gedaan als freelancer, later ook voor externe klanten. In het begin hadden we niet eens lesboeken, alleen een flipover en een projector met van die sheets die altijd aan elkaar kleefden. Na een tijdje vroeg hij of ik bij hem in loondienst wilde treden. Op een gegeven moment zagen de cijfers er zo rooskleurig uit dat ik het aandurfde. Ik begon één dag in de week, naast mijn reguliere werk bij de Inspectie.”

“Toen de Bijstandswet in 1996 was vernieuwd, steeg de behoefte aan trainingen explosief. Al snel gaf ik ook in de avonduren les bij Langhenkel en nam ik vrije dagen op bij de Inspectie om trainingen te geven. Ik kan mij nog herinneren dat mijn vrouw vertelde dat ze een zomervakantie had geboekt en dat ik haar moest vertellen dat ik niet meekon, omdat ik geen verlofdagen meer had.”

Hoe komt het dat jullie trainingen zo aansloegen?

“Alle docenten beschikten over praktijkervaring en we maakten ons cursusmateriaal zelf. We hebben in de loop der jaren een goede naam opgebouwd. Dat alles heeft geresulteerd in een enorme groei. Niet alleen in trainingen, maar ook in omvang. Toen ik begon was ik de enige docent en op het hoogtepunt waren we met z’n twintigen bij wat inmiddels Langhenkel Opleiding en Training was gaan heten.”

Waarom besloot je na je pensioen als ambtenaar bij het ministerie in 2016 nog door te gaan als docent?

“Omdat lesgeven het leukste is wat er is. Jan Langhenkel vroeg mij of ik niet fulltime voor ze wilde komen werken, maar ik heb gekozen voor maximaal drie dagen per week, zodat ik steeds een lang weekend heb. In 2018 werden we overgenomen door Cohedron, het moederbedrijf van Wyzer en nog weer wat later wijzigde de naam in Wyzer Academie. Sindsdien bieden we ook opleidingen rondom de WMO en de Jeugdwet aan en komt de focus steeds meer te liggen op integraal werken.”

Welke ontwikkelingen zijn er vooraf gegaan aan de Participatiewet en welke zitten er op korte termijn nog aan te komen?


“De Participatiewet (PW) is ingevoerd op 1 januari 2015 en richt zich op het stimuleren van de arbeidsdeelname van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. De wet is erop gericht om mensen zoveel mogelijk in reguliere banen te laten werken in plaats van in speciale werkvoorzieningen. De wet is opgezet om mensen met een arbeidsbeperking of die om andere redenen moeilijk aan werk komen, aan een baan te helpen en hen minder afhankelijk te maken van een uitkering. Deze wet vervangt de eerdere regelingen zoals de Wet werk en bijstand (WWB), de Wet sociale werkvoorziening (WSW), en delen van de Wajong (Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten).”

 

“De Participatiewet is opgezet om mensen
aan een baan te helpen en hen minder
afhankelijk te maken van een uitkering.”

 

 

“Er komt overigens een nieuwe Participatiewet aan: de Participatiewet in Balans, waarbij ook gekeken wordt naar andere manieren om mensen weer goed in hun vel te laten zitten. Uit onderzoek van het SCP blijkt namelijk dat ongeveer een derde van de bijstandsgerechtigden niet aan betaald werk kan komen, zelfs niet in deze krappe arbeidsmarkt. Dat participeren kan dus ook slaan op bijvoorbeeld mantelzorg of vrijwilligerswerk. Er wordt gekeken waar mensen, als werk niet meer mogelijk is, toch een zinvolle bijdrage kunnen leveren aan de maatschappij.”

“De invoering van de nieuwe wet heeft door de val van Kabinet Rutte IV en de lange formatietijd van het nieuwe kabinet helaas vertraging opgelopen. Het wetsvoorstel ligt nu bij de Vaste Kamercommissie, daarna gaat de wet waarschijnlijk nog dit jaar naar de Tweede Kamer en dan moet hij nog naar de Eerste Kamer. Dat zal ergens in het eerste kwartaal volgend jaar zijn. Ik verwacht dat de nieuwe wet als totaliteit wordt ingevoerd op 1 januari 2026, maar dat delen ervan al eerder worden ingevoerd.”

Hoe zie jij de toekomst van Wyzer Academie?

“Heel positief. Er is een groeiende behoefte aan opleidingen door de snelle veranderingen binnen het vakgebied en nieuwe wet- en regelgeving. Het hele stelsel gaat om z’n kop. Naast de nieuwe Participatiewet in Balans wordt er kritisch gekeken naar het toeslagenstelsel en worden er steeds strengere eisen gesteld aan de deskundigheid van klantmanagers. Er komt heel veel op ze af en maatwerk bieden is het credo. Dat betekent dat er soms ook net iets buiten de lijntjes moet worden gekleurd. Maar hoe? Tot slot stijgt de behoefte aan een integrale aanpak. Het is al met al een uiterst boeiende, maar ingewikkelde wereld. En daar kan Wyzer Academie gemeenten en hun professionals bij helpen.”

 

“Er is een groeiende behoefte aan opleidingen door de snelle veranderingen binnen het vakgebied en nieuwe wet- en regelgeving… Het hele stelsel gaat om z’n kop.”

 

Wat waren de belangrijkste hoogtepunten als je terugblikt op 30 jaar doceren?

“Ik heb een keer een training mogen verzorgen voor ambtenaren op Bonaire. Dat was een geweldige ervaring. We waren daar een kleine week en hadden helaas niet veel tijd om van het prachtige eiland te genieten. Maar gelukkig heb ik wel nog een tochtje kunnen maken op een glasbodemboot boven mooie koraalriffen.

Een ander hoogtepunt is de escaperoom op het gebied van integraal werken die we bij Wyzer Academie hebben ontwikkeld voor alle Wyzer-professionals die gedetacheerd worden bij gemeenten. Wij laten hen twee keer per jaar naar kantoor komen, om ze bij te scholen op het gebied van jurisprudentie en nieuwe wetgeving die eraan komt. Dit jaar hebben we dat voor het eerst gedaan in de vorm van een escaperoom, met praktijkopdrachten op het gebied van de Jeugdwet, de WMO en de Participatiewet. Het was heel leuk om de interactie tussen de professionals van de verschillende domeinen te zien. Samen kwamen ze tot de juiste oplossing, door gebruik te maken van elkaars expertise. Deze vorm van leren smaakt zeker naar meer!”

En wat was het dieptepunt?

“Toch wel de coronacrisis. Ineens mochten we niet meer bij gemeenten langsgaan om opleidingen te geven, en viel alles stil. Toen zijn we in één jaar teruggegaan van twintig naar drie medewerkers. Een heleboel docenten haakten zelf ook af toen we noodgedwongen moesten overstappen naar remote lesgeven. Velen zagen dit niet zitten. Ik vond het zelf ook niet leuk, maar ik had zoiets van: het moet! Alles was nieuw voor mij: hoe deel je een presentatie? Hoe werkt de chatfunctie? Het was best even schakelen.”

Wat vind je het leukste aan lesgeven?

“Ik zeg altijd tegen mijn cursisten: wat jullie doen – klantmanager zijn – is het één na mooiste vak, maar doceren is het allerleukste. Dingen uitleggen, mensen verder helpen….. er is niets leukers! Ik leer mijn cursisten hoe ze het verschil kunnen maken. En dat is vooral door goed te luisteren naar mensen. Alleen zo helpen zij hun cliënten op een effectieve manier om in de benen te komen en (weer) deel te nemen aan de maatschappij.”

Zie je erg op tegen je naderende pensioen?

“Als ik eerlijk ben wel. Ik vind het best heftig. Ik heb altijd graag gewerkt en heb mijn vakgebied goed bijgehouden. Hobby’s heb ik niet echt, dus daar zal ik actief naar op zoek moeten gaan. Al ben ik wel van plan om weer piano te gaan spelen. Ik ga ook op zoek naar vrijwilligerswerk. Daarnaast heb ik mijn oudste kleinzoon beloofd om samen op handtekeningenjacht te gaan bij profvoetballers. Mijn zoon woont in België en die heeft al bedacht dat ik straks kan helpen om een schuur te bouwen in zijn tuin. Dus de dagen zullen vast snel gevuld zijn.”

“Gelukkig neem ik ook niet in één klap afscheid. Ik ga sowieso eerst nog Het handboek Participatiewet updaten. Dat doen we altijd twee keer per jaar, in januari en juli, op basis van alle wetswijzigingen, jurisprudentie en actuele ontwikkelingen. Bovendien is er nog geen opvolger voor mij gevonden. Dus ik zal zeker in het begin nog wel eens voor de klas staan. En verder heb ik mijzelf opgeworpen als coach voor andere docenten. Dus voorlopig zijn ze nog niet van mij af, haha.”