De strijd tegen klimaatverandering: anderhalve graden en een hoop werk

Regen, regen en regen. Het ziet er naar uit dat Nederland weer een weerrecord gaat verbreken. Dit keer worden niet de hitterecords verbroken, maar het neerslagrecord. Alles wijst op klimaatverandering. Het tegengaan van klimaatverandering en de aftakeling van biodiversiteit is een ingewikkelde klus. Hoe zet je dan toch stappen?

Anderhalf graden en een hoop werk

Wetenschappelijke studies tonen aan dat een opwarming van 1,5 graden en hoger significante schadelijke effecten heeft op het klimaat.  Effecten zoals extreme hittegolven, zeespiegelstijging en het beschadigen van kwetsbare ecosystemen door droogte of wateroverlast. Deze boodschap komt natuurlijk niet uit de lucht vallen, gezien de regen van de afgelopen tijd.  

Metingen en doelen 

Maar wist je dat 2023 het warmste jaar is sinds 1901, toen Nederland de temperatuur begon te meten. Het jaar 2023 was ongeveer 2,9 °C graden warmer dan begin vorige eeuw. Dat brengt ons tot de vraag of we tot 2030 gemiddeld de 1,5 graden al bereiken? Het Akkoord van Parijs, aangenomen in 2015, is een internationaal verdrag dat de klimaatverandering wil aanpakken. Het belangrijkste doel is om de mondiale temperatuurstijging ruim onder de 2 graden Celsius te houden, met inspanningen om de stijging te beperken tot 1,5 graden Celsius boven het pre-industriële niveau.  

Samen aan de slag

Landen moeten hun uitstoot van broeikasgassen drastisch verminderen. Daarin ligt de focus binnen het nationale beleid van lidstaten op grootschalige inzet van hernieuwbare energie, verbeterde energie-efficiëntie en technologische innovatie. En daar zetten Nederlandse overheden, ondernemers en inwoners zich voor in. Het is een ontwikkeling die gaat met vallen en opstaan. Juist omdat we leren hoe we het beste kunnen omgaan met de balans tussen sociale doelen, de vrije markt, innovatie, wetgeving en participatie.   

Domeinoverstijgende opgave

Het tegengaan van klimaatverandering en de aftakeling van de biodiversiteit blijkt een klus ingewikkelder dan de invoering van de Omgevingswet te zijn. Voor elke oplossing in de energietransitie en het klimaatbeleid ontstaan drie nieuwe problemen. Dit vraagt veel van ambtenaren die werken in de publieke dienstverlening. Het overstijgt domeinen. Het gaat zowel over bestaanszekerheid als over het behalen van technische doelstellingen rondom hernieuwbare energie. Het gaat over het mentale welzijn van onze jeugd én over het behoud van de balans in natuur, stikstofdepositie en de neerslag van PFAS- verbindingen.

Toch weerhoudt dit publieke dienstverleners niet om op lokaal niveau veel doelen te behalen. Wijken worden van het aardgas afgesloten, nieuwbouwontwikkelingen worden bijna energieneutraal opgeleverd, de logistieke sector weet in samenwerking met gemeenten via energiehubs steeds minder uit te stoten en inwoners verbruiken minder energie. Samen met de publieke sector zet Wyzer zich in voor een duurzame toekomst.