Bundel de krachten bij aanpak en preventie van jongeren met schulden

Het aantal jongeren met schulden in ons land neemt toe. Er komt steeds meer aandacht voor wat armoede met mensen doet. Zo kan het leiden tot onderwijsachterstanden, verslechterd toekomstperspectief, gezondheidsproblemen, sociale uitsluiting en een verhoogd risico op problematisch gedrag. Belangrijk dus om deze problematiek in een zo vroeg mogelijk stadium aan te pakken. Samenwerking is daarbij heel belangrijk vertellen experts Marloes ten Dolle (Wyzer) en Ellen Karstens (Verder). 03-10-2024

Op de dag dat je 18 jaar wordt, ben je voor de wet financieel zelfstandig. Je kunt dan abonnementen en contracten afsluiten, geld lenen, studiefinanciering regelen en toeslagen aanvragen. Van de ene op de andere dag heb alleen jijzelf nog toegang tot je bank- en spaarrekeningen. Je kan rood staan en via creditcards over meer geld beschikken dan je daadwerkelijk nodig hebt.

Bij de meeste jongeren verloopt dat zonder al te veel gedoe. Maar er zijn ook veel jongeren voor wie financieel zelfstandig worden een enorm grote stap is. Jongeren zonder vangnet zijn extra kwetsbaar. Voor hen is ondersteuning noodzakelijk, om geldproblemen te voorkomen. Uit CBS-gegevens blijkt dat maar liefst 15% van de Nederlandse jongeren tussen de 16 en 27 jaar betalingsproblemen ondervindt.

Uit gegevens van het Nibud blijkt dat 55% van de scholieren soms of regelmatig geld tekortkomt. Jongeren en jongvolwassenen met schulden zijn niet meteen een probleem, maar betalingsachterstanden maken hen kwetsbaar. Bijvoorbeeld wanneer zij hun schulden niet meer kunnen afbetalen of wanneer de afbetaling hun dagelijks leven in de weg staat. Uit eerder genoemd onderzoek van CBS blijkt dat maar liefst 17% van de 18-24-jarigen te maken heeft met problematische schulden.

Financieel kwetsbaar

Niet alle jongeren leren thuis omgaan met geld. Hulp is niet altijd beschikbaar en informatie over geldzaken kan ingewikkeld zijn. Dat maakt ze kwetsbaar. Ook hebben jongeren en jongvolwassenen vaker wisselende inkomsten en minder vaak een vast contract. Er is relatief vaak sprake van flexibele arbeidscontracten. Jongeren zeggen steeds vaker dat ze ‘voor dat salaris’ niet willen werken en het combineren van parttime werk en studie vormt een uitdaging. “Vaak krijgen studenten als ze stage gaan lopen geen of slechts een kleine vergoeding, terwijl er dan geen tijd meer is voor een bijbaan. Zo kunnen makkelijk de eerste schulden ontstaan of bestaande schulden verder oplopen”, licht Marloes ten Dolle, allround specialist binnen het sociaal domein bij Wyzer en momenteel jeugdconsultent bij de gemeente Scherpenzeel, toe. Zij werkte hiervoor bij het Jongerenloket in Nieuwegein. Ook daar kwam de schuldenproblematiek regelmatig om de hoek kijken.

Daarnaast is het systeem van toeslagen en belastingen voor veel jongeren niet te begrijpen. Daardoor weten ze niet altijd waar ze recht op hebben. Bovendien zijn zij gevoelig voor verleidingen. Op social media is bijvoorbeeld veel positieve aandacht voor ‘snel geld maken’ met cryptomunten. Jongeren stappen steeds vaker in deze vorm van beleggen, zonder voldoende kennis van zaken.

Armoede doet wat met je

Niet in alle domeinen is er kennis en aandacht voor wat armoede met mensen doet, stelt Ellen Karstens. Zij is senior projectmanager binnen het Sociaal Domein bij Verder – net als Wyzer onderdeel van Cohedron – en specialist op het gebied van armoede en schulden. Zij heeft diverse projecten gedaan op het gebied van schulden, bij zowel gemeenten als werkgevers en stuurt onder meer het project School en Schuld aan.

Armoede beïnvloedt volgens haar veel aspecten van het leven van jongeren. Het kan hun kansen op een succesvolle en gezonde toekomst ernstig belemmeren. “Armoede is bovendien overerfbaar. Niet dat je het genetisch doorgeeft, maar sociale, economische en psychologische factoren kunnen ervoor zorgen dat de kans groot is dat kinderen van arme ouders zelf ook in armoede terechtkomen. Daarom is het belangrijk om vroegtijdig interventies te richten op het doorbreken van deze vicieuze cirkel. Bijvoorbeeld door te investeren in onderwijs, gezondheidszorg, en sociale ondersteuning voor gezinnen in armoede”, licht Ellen toe.

Het project School en Schuld richt zich met 15 budgetcoaches op het ondersteunen en financieel zelfredzaam maken van mbo-studenten op alle Amsterdamse mbo-scholen. Ellen: “We blijven ons ontwikkelen om aan te blijven sluiten bij de doelgroep, die lastig te bereiken is. In het bijzonder de kwetsbare doelgroep, denk aan statushouders en jongeren met een licht verstandelijke beperking.”

Positieve boodschap is een must

Budgetcoaches merken dat jongeren afhaken bij te serieuze campagnes. Een positieve toon werkt beter, zoals een campagneposter met ‘Krijg jij ook 123 euro zorgtoeslag?’. Waarop het bedrag heel groot is afgedrukt en vervolgens staat: ‘loop dan eens binnen bij de budgetcoach’. Dat werkt honderd keer beter dan ‘Heb jij moeite met het betalen van je telefoonrekening of je lesgeld, klop dan eens bij onze budgetcoach aan’”, vertelt Ellen.

Wat volgens haar ook niet werkt als je samen met jongeren naar hun uitgavenpatroon kijkt, zeggen: ‘Moet dat nou, iedere maand die haarextensions en acrylnagels? Want dat kan voor die doelgroep juist heel belangrijk zijn. “Dan kan je beter samen kijken op welke andere posten, die voor die doelgroep minder relevant zijn, kan worden bezuinigd. Probeer dus zo min mogelijk te oordelen, anders zie je ze nooit meer terug. En het is zaak om met elkaar in gesprek te blijven”, licht Ellen toe. Zij hoort van budgetcoaches op het mbo dat afspraken soms wel vijf keer worden afgezegd voordat er echt met elkaar om de tafel wordt gezeten. “Blijkbaar is er nog veel last van schaamte of zijn andere zaken in hun ogen op dat moment even belangrijker.”

“Jongeren hebben vaak
geen flauw idee hoeveel geld
er maandelijks in en uit gaat.”

Inzicht in uitgavenpatroon

Volgens Marloes is inzicht krijgen in het eigen uitgavenpatroon een belangrijke stap om jongeren meer financieel zelfredzaam te laten zijn. “Ik merk dat jongeren vaak geen flauw idee hebben hoeveel geld er maandelijks in en uit gaat. Door dat samen met ze op een rijtje te zetten ontstaat er meer zicht op de situatie en kan samen met een budgetcoach gekeken worden hoe er geld kan worden bespaard.”

Jongeren kijken volgens Ellen ook heel anders tegen schulden aan dan oudere generaties. “Als je vraagt of ze schulden hebben zeggen ze vaak nee. Maar als je even doorvraagt blijkt dat ze hun laatste telefoonrekening niet konden betalen en 600 euro open hebben staan bij Klarna. Of dat ze schulden hebben gemaakt met online gokken of hebben geïnvesteerd in cryptovaluta en nu fors in de min staan. Ze worden via sociale media op allerlei manieren bestookt en verleid om geld uit te geven. Een heel zorgelijke ontwikkeling, waar de overheid in mijn ogen wel wat harder tegen mag optreden.”

Onderdeel van lesprogramma

De twee experts vinden dat financiële educatie structureel deel uit moet maken van het lesprogramma op scholen. Zodat jongeren met voldoende bagage hun financiële zelfstandigheid tegemoet gaan. Ellen: “Ik merk dat scholen heel veel op hun bordje hebben en al snel geneigd zijn om te roepen: we moeten al zoveel. Maar dit is echt een essentieel onderdeel van het curriculum.”

Nibud werkt samen met partijen als Wijzer in geldzaken (een initiatief van het Ministerie van Financiën) en a.s.r. om docenten gerichte instrumenten te geven voor het verwerken van financiële educatie in hun eigen lesprogramma’s. Zo is na een succesvolle pilot in de Week van het geld, de Financiële quickscan voor alle mbo-docenten beschikbaar. Zij kunnen de quickscan gebruiken in lessen waar omgaan met geld en geldzaken centraal staan. Zo komen zij er snel achter in welke mate hun studenten financieel redzaam zijn en welk effect hun lessen daarop hebben. Ook kan uit de uitkomsten van de scan blijken welke onderwerpen meer aandacht verdienen.

Docenten en begeleiders stellen dat middelen als de quickscan de drempel tot het praten over geldzaken verlagen. Het geeft stof tot nadenken en dus gespreksmateriaal. De quickscan is opgenomen in het Programma Financiële educatie. Wyzer en Verder kunnen helpen bij het implementeren van de quickscan.

Krachten bundelen voor integrale aanpak

Volgens de twee experts is er ruimte voor verbetering in de samenwerking tussen gemeenten, scholen, jeugdzorg en andere stakeholders bij de aanpak van schulden onder jongeren. Marloes: “Op zich is er veel expertise binnen gemeentes aanwezig, maar er wordt nog te veel verkokerd gewerkt. De kans bestaat dat hierdoor relevante informatie over de betreffende jongeren of hun gezinnen alleen binnen diensten of afdelingen bekend is. Ook valt er winst te behalen als er meer kennis en ervaring wordt uitgewisseld en beter wordt samengewerkt. Dat geldt overigens niet alleen voor gemeenten, maar ook voor andere betrokken instanties, zoals scholen, jeugdzorg, sportverenigingen, noem maar op. Het is de hoogste tijd dat de krachten worden gebundeld en informatie en best practices worden uitgewisseld.”

Marloes benadrukt het belang van outreachend werk bij jeugd en schuldenpreventie.  Met een proactieve benadering waarbij hulpverleners actief naar jongeren en hun gezinnen toe gaan, in plaats van te wachten tot zij zelf om hulp vragen kunnen hulpverleners deze doelgroep tijdig bereiken en ondersteunen voordat de situatie escaleert. “Door het vertrouwen te winnen en een luisterend oor te bieden, bouw je bovendien een relatie op met jongeren en hun gezinnen. Dit helpt om eventuele schaamte of angst voor stigmatisering te verminderen, waardoor jongeren eerder geneigd zijn om hun problemen te delen. Als blijkt dat jongeren al schulden hebben, helpt de outreachend werker hen om de juiste schuldhulpverlening te vinden en begeleidt hen door het proces. Denk aan hulp bij het aanvragen van sociale voorzieningen, het onderhandelen met schuldeisers, of het opstellen van een afbetalingsplan.” Ook hier is samenwerking met andere organisaties, zoals scholen, jeugdzorg, gemeenten, om een geïntegreerde aanpak te bieden essentieel.

Volgens haar staan schulden vrijwel nooit op zichzelf en is er vaak een achterliggende problematiek. Wyzer en Verder werken integraal samen om opdrachtgevers optimaal te kunnen ondersteunen, waarbij er wordt samengewerkt met alle betrokken disciplines. Marloes: “Dat kan door praktijkvoorbeelden aan te dragen, kennisoverdracht, het opzetten van netwerken en overlegstructuren, dwarsverbanden te leggen. Uiteindelijk gaat het erom dat we elkaar beter weten te vinden.”